TIM EN ZIJN GABBERS IN SCHOTLAND
Een interview door Nico Dijkshoorn
Mijn zoon Bob is aan het veranderen. Ik moet mijn schoenen uitdoen wanneer ik bij hem binnenkom. Aan tafel, ook met hun sokjes op de houten vloer: Tim Knol en Stefan Dahrs. Bob en Stefan zijn 20 jaar bevriend en zijn in maart 2022 samen met Tim Knol naar Schotland gereisd om te wandelen. Stefan en Bob zijn al twee dagen in Edinburgh als Tim arriveert.
NICO: Wat trof je aan, Tim?
TIM: Twee mooiboys in een veel te sjiek hotel.
BOB: Ho! We hadden wel al meters gemaakt. 27 kilometer door die stad gelopen.
TIM: Op jullie hipsterschoentjes.
NICO: Was het zo erg, Tim?
TIM: Ik wist toen nog niet dat ze in die kleren ook gingen wandelen.
STEFAN: We reden met Tim naar het beginpunt van de eerste wandeling en we zien hem naast de auto allemaal kleren aantrekken die wij niet begrepen.
BOB: Overdreven gedoe vond ik het. Beetje een gearslut, Knol, dacht ik.
NICO: En wat dacht jij, Tim?
TIM: Ik ben de lul, dat dacht ik. Vooral toen ik naar Bob keek. Die had een spijkerbroek van 400 euro aan zijn kont, een kort leren jasje, een dikke wollen trui en schoenen met een spekzool. De eerste 200 meter lagen ze allebei al drie keer op hun rug. Maar eerlijk is eerlijk, ze zeurden niet. Dat vond ik wel mooi. Ze liepen erbij alsof ze een dagje Kennemerduinen gingen doen.
STEFAN: Ja, dat klopt wel. Zo zat ik er een beetje in. Ik dacht daar mooie brede wandelpaden aan te treffen en van die wegwijzertjes met gele stippen langs de weg.
BOB: We moesten af en toe echt klimmen. Dat was wel een verrassing.
STEFAN: Ik ben de volgende dag meteen goede schoenen gaan kopen.
BOB: Ik niet. Dat zag ik toch als een nederlaag. Goed, ik liep erbij als een van The Ramones op zoek naar heroรฏne, maar dan ging ik het ook op die manier uitlopen.
NICO: Hoeveel dagen zijn jullie gaan lopen?
TIM: Het plan was vijf dagen.
NICO: En?
TIM: Eigenlijk ging het heel goed. We bereikten de eerste drie dagen steeds het hoogste punt. Dat was mooi. Drie vrienden, klauteren, vallen, opstaan, kou en dan opeens met alleen de wolken boven je hoofd. Dat blijft magisch.
BOB: Jij wilde heel snel weer doorlopen. Heel wild was je.
STEFAN: Heel lief ook. Een totaal andere Tim zagen we. Springen van vreugde, uitleggen waar we op moesten letten. Prachtig was dat.
BOB: Ja, Knol was opeens een jongetje van 12 jaar oud. Springerig en opgewonden.
STEFAN: We werden iedere ochtend wakker door het gerommel van pannetjes en gesis. Stond Tim in ons appartement een ontbijt voor 39 volwassen Schotse mannen klaar te maken.
BOB: Goed eten, ook wel een aanradertje als je een dag gaat wandelen.
NICO: Hoe planden jullie die wandelingen?
BOB EN STEFAN: Niet.
TIM: Dat deed ik. Vind ik ook leuk om te doen.
BOB: Stefan begon ook een beetje door te draaien tijdens die wandelingen. Stonden Tim en hij met zijn tweeรซn heel lang naar Ben Nevis (1344 meter) te kijken, de hoogste berg van het Verenigd Koninkrijk. Hoorde ik Stefan tegen Tim zeggen: โAls we de makkelijke kant nemen, dan moet dat lukken.โ Toen schrok ik wel.
STEFAN: โs Avonds, in een cafรฉ, hoorden we dat er een week eerder drie mensen dood van die berg waren gedragen. Hebben we die klim toch maar een keertje overgeslagen.
NICO: En toen de vierde dag. vertel.
TIM: Het was druilerig weer. Ik had een route uitgestippeld van 16 km, met 600 meter hoogteverschil. Was goed te doen. We zijn vroeg gaan lopen.
BOB: Echt geweldig. Door beekjes lopen op mijn stadsschoentjes. We zijn in die vier dagen misschien drie mensen tegengekomen. Het was overweldigend.
TIM: Opeens hoor ik een vreselijke gil achter me.
BOB: Ik wist meteen wat er aan de hand was. Zijn knie.
STEFAN: Ik liep achter Tim en Bob, ga op een steentje staan, val half, probeer met mijn andere been steun te zoeken en mijn knie schiet uit de kom. Wel meteen er ook weer in, maar ik voelde dat het foute boel was.
BOB: Ik had die schreeuw eerder gehoord. Stefan heeft dat al een keer of vijf gehad.
NICO: Was dat dan wel verstandig, in Schotland gaan lopen? Dacht je niet bij iedere stap: als dat maar goed gaat. Jullie zaten in de middle of nowhere. Geen bereik op jullie telefoons. Om vijf uur ging het schemeren.
TIM: Ik heb Stefan mijn jas gegeven, want het werd steeds kouder. We zaten 150 meter onder de sneeuwgrens. Daarna ben ik meteen gaan hollen. Tot ik bereik had op mijn telefoon.
NICO: En jullie alleen daar?
BOB: Ja. We hadden geen idee waar Tim was en hoe dit zou worden opgelost.
STEFAN: Het scheelde wel dat wij het samen waren. We kennen elkaar al zo lang. Dat voelde wel fijn.
TIM: Toen ik รฉรฉn streepje bereik had op mijn telefoon, heb ik Mountain Rescue gebeld. Die vroegen of hij nog ademde. Zo serieus gevaarlijk was het daar dus. Ik heb ze de coรถrdinaten gegeven en daarna ben ik weer teruggehold.
NICO: Hoe trof je ze aan?
TIM: Dat was heel ontroerend. Je voelde aan alles dat die gasten elkaar door en door kenden. Bob was heel lief voor Stefan. Zorgzaam.
NICO: En toen?
BOB: Er kwam een mannetje op ons aflopen met een brancard. Ik dacht twee dingen toen ik die man zag: Dat gaat hem niet worden, met een brancard. En ik dacht: โAh, zo moet je je dus kleden wanneer je die Schotse Hooglanden in wandelt.โ Die gast zag er te gek uit.
STEFAN: Opeens nog zeven mannetjes om ons heen. Ik had nog steeds geen idee wat ze van plan waren.
TIM: Opeens steekt er iemand een rode fakkel aan. Ik snapte niet waarom.
BOB: Hahaha. Nou, dat had ik toen wel in de gaten. Ik dacht niet: die is met rooksignalen een afhaalmaaltijd aan het bestellen.
STEFAN: Opeens horen we pom, pom, pom, pom, pom. Een metalig geluid.
TIM: Een helikopter.
NICO: Was je bang, Stefan?
STEFAN: Nee, opgelucht. Ze hebben me op een geel plastic bedje neergelegd, riemen om me heen, beetje lachgas in mijn keel. En die helikopter steeds vlak boven me. Oorverdovend.
TIM: Wat ik toen zag was zo ontzettend lief. Bob zat op zijn knietjes, met die dure spijkerbroek, naast Stefan en hij gaf hem zijn muts. Een soort ritueel gebaar. Alsof hij hem de juwelen van zijn overleden oma gaf.
STEFAN: Het was dรฉ muts. We moesten al een half jaar van Bob horen hoe geweldig die muts was. Beste muts op aarde. We moesten er iedere dag even aan voelen. En die muts kreeg ik van hem. Voor onderweg naar de helikopter.
STEFAN: Ik werd omhoog getrokken en voelde dat die muts langzaam van mijn kop werd geblazen. Ik ben alleen maar met die fucking muts bezig geweest. Gelukkig maar. Het was namelijk best eng.
BOB: Daarna heeft meneer zeven minuten lang met mijn muts op zijn kop over de Schotse Hooglanden gevlogen. Wij moesten teruglopen en daarna zijn we meteen naar het ziekenhuis gereden. Hij mocht gelukkig vrij snel met ons mee naar huis.
NICO: Zijn er al plannen voor een volgende reis?
STEFAN: Jazeker. Tim bereidt iets voor, maar we mogen niet weten waar we naartoe gaan.
NICO: Heen en weer op de Afsluitdijk? Twintig centimeter hoogteverschil en geen rare steentjes.
TIM: Ik zeg niks.
NICO: Bob, wat zou je willen zeggen tegen mensen die voor het eerst gaan wandelen in Schotland?
BOB: Doe een leren jas aan en neem Tim mee.
Spannend verhaal, mooi avontuur! En gelukkig waren jullie (lees Tim) goed voorbereid, met GPS-tracker en het noodnummer en zo. Heerlijke foto's ook!
Hihi, nee, bij mij bleef het beperkt tot een taxi... Maar even slecht van tevoren bedacht hoe het was om (voor mijn doen, denk Afsluitdijk) vele hoogtemeters af te leggen. Niet in Schotland, maar op Madeira.